Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: slungelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geslungeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slungel
jij slungelt
hij slungelt
wij slungelen
jullie slungelen
zij slungelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geslungeld
jij hebt geslungeld
hij heeft geslungeld
wij hebben geslungeld
jullie hebben geslungeld
zij hebben geslungeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slungelde
jij slungelde
hij slungelde
wij slungelden
jullie slungelden
zij slungelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geslungeld
jij had geslungeld
hij had geslungeld
wij hadden geslungeld
jullie hadden geslungeld
zij hadden geslungeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal slungelen
jij zult slungelen
hij zal slungelen
wij zullen slungelen
jullie zullen slungelen
zij zullen slungelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geslungeld hebben
jij zult geslungeld hebben
hij zal geslungeld hebben
wij zullen geslungeld hebben
jullie zullen geslungeld hebben
zij zullen geslungeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou slungelen
jij zou slungelen
hij zou slungelen
wij zouden slungelen
jullie zouden slungelen
zij zouden slungelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geslungeld hebben
jij zou geslungeld hebben
hij zou geslungeld hebben
wij zouden geslungeld hebben
jullie zouden geslungeld hebben
zij zouden geslungeld hebben

Gebiedende wijs
slungel

Aanvoegende wijs
slungele

Voorbeelden

  1. Die lange slungel.
    That tall numb-nuts cop.
  2. Het is de Slungel!
    It 's the Big Fella!
  3. Die slungel was de grappige.
    That gangly one was all bussing up to me.
  4. Candace, je bent geen slungel.
    Candace, you are no slouch.
  5. Een slungel, zou je kunnen zeggen!
    A dab hand, you might say!
  6. De Slungel zendt z' n groeten.
    The Big Fella sends his regards.
  7. Luister, slungel, als je weet van wie dit is, zou ik het nu maar zeggen.
    Listen, Stretch, if you know who this belongs to, I 'd fess up right now.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden