Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: slowen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geslowd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slow
jij slowt
hij slowt
wij slowen
jullie slowen
zij slowen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geslowd
jij hebt geslowd
hij heeft geslowd
wij hebben geslowd
jullie hebben geslowd
zij hebben geslowd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slowde
jij slowde
hij slowde
wij slowden
jullie slowden
zij slowden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geslowd
jij had geslowd
hij had geslowd
wij hadden geslowd
jullie hadden geslowd
zij hadden geslowd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal slowen
jij zult slowen
hij zal slowen
wij zullen slowen
jullie zullen slowen
zij zullen slowen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geslowd hebben
jij zult geslowd hebben
hij zal geslowd hebben
wij zullen geslowd hebben
jullie zullen geslowd hebben
zij zullen geslowd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou slowen
jij zou slowen
hij zou slowen
wij zouden slowen
jullie zouden slowen
zij zouden slowen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geslowd hebben
jij zou geslowd hebben
hij zou geslowd hebben
wij zouden geslowd hebben
jullie zouden geslowd hebben
zij zouden geslowd hebben

Gebiedende wijs
slow

Aanvoegende wijs
slowe

Voorbeelden

  1. Slow, slow, quick, quick.
    Slow, slow, quick, quick...
  2. [ Slow instrumentale muziek ]
    [ Slow instrumental music ]
  3. Oh, alsjeblieft, slow,
    Oh, please, slow,
  4. Slow, methodisch... goedkoop.
    Slow, methodical... cheap.
  5. [ Slow instrumentale muziek gaat ]
    [ Slow instrumental music continues ]
  6. Dit is slow motion.
    It 's slow motion.
  7. Vooral in slow motion.
    Particularly in slow motion.
  8. Slow motion, frame voor frame.
    Slo-mo, frame by frame.
  9. Lopen jullie in slow-motion?
    You guys are walking in slo-mo?
  10. Het is slow, - quick, quick.
    It 's slow, - quick, quick.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden