Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: slinken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geslonken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slink
jij slinkt
hij slinkt
wij slinken
jullie slinken
zij slinken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geslonken
jij hebt geslonken
hij heeft geslonken
wij hebben geslonken
jullie hebben geslonken
zij hebben geslonken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slonk
jij slonk
hij slonk
wij slonken
jullie slonken
zij slonken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geslonken
jij had geslonken
hij had geslonken
wij hadden geslonken
jullie hadden geslonken
zij hadden geslonken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal slinken
jij zult slinken
hij zal slinken
wij zullen slinken
jullie zullen slinken
zij zullen slinken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geslonken hebben
jij zult geslonken hebben
hij zal geslonken hebben
wij zullen geslonken hebben
jullie zullen geslonken hebben
zij zullen geslonken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou slinken
jij zou slinken
hij zou slinken
wij zouden slinken
jullie zouden slinken
zij zouden slinken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geslonken hebben
jij zou geslonken hebben
hij zou geslonken hebben
wij zouden geslonken hebben
jullie zouden geslonken hebben
zij zouden geslonken hebben

Gebiedende wijs
slink

Aanvoegende wijs
slinke

Voorbeelden

  1. Deze plaats schrijft Slink...
    This place has Slink written...
  2. Een deal is een deal, Slink.
    A deal 's a deal, Slink.
  3. Slink, denk je dat je het haalt?
    Slink, you think you make it?
  4. Klaar om te verliezen bij dammen, Slink?
    Ready to lose at checkers, Slink?
  5. Je ziet het grote plaatje niet, Mr. Slink.
    You do not see the big picture, Mr. Slink.
  6. Ik kan niet geloven dat we Slink een streek leverden.
    I can 't believe we pulled one over on slink.
  7. Ik weet zeker dat Slink nu wel weet dat we weg zijn.
    I 'm sure slink knows we 've left by now.
  8. Jullie aantallen slinken.
    Your numbers are dwindling.
  9. Moeder Confessor, ons aantal was aan het slinken.
    Mother Confessor, our numbers were dwindling.
  10. Maar energiebehoeften veranderden toen het woud begon te slinken.
    But energy demands would change as the forest started to disappear.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden