Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to slide    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
sliding

Present simple (ott)
I slide
you slide
he slides
we slide
you slide
they slide

Present perfect (vtt)
I have slid; slidden
you have slid; slidden
he has slid; slidden
we have slid; slidden
you have slid; slidden
they have slid; slidden

Past Simple (ovt)
I slid
you slid
he slid
we slid
you slid
they slid

Past perfect (vvt)
I had slid; slidden
you had slid; slidden
he had slid; slidden
we had slid; slidden
you had slid; slidden
they had slid; slidden

Present future (ottt)
I will slide
you will slide
he will slide
we will slide
you will slide
they will slide

Present future perfect (vttt)
I will have slid; slidden
you will have slid; slidden
he will have slid; slidden
we will have slid; slidden
you will have slid; slidden
they will have slid; slidden

Past future (ovtt)
I would slide
you would slide
he would slide
we would slide
you would slide
they would slide

Past future perfect (vvtt)
I would have slid; slidden
you would have slid; slidden
he would have slid; slidden
we would have slid; slidden
you would have slid; slidden
they would have slid; slidden


Voorbeelden

  1. Right, slide, slide.
    Rechts, schuif, schuif.
  2. Slide, Winnie, slide!
    Glijden, Winnie, glijden!
  3. Slide over, slide over.
    Schuif door, schuif door.
  4. slide
    slede
  5. slide-raft
    glijbaan
  6. rope slide
    tokkelen
  7. Just slide across.
    Schuif even door.
  8. Supposed to slide.
    Zachtjes in glijden.
  9. Okay, next slide.
    Oke, volgende dia.
  10. Next slide, please.
    Volgende dia, alstublieft.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden