Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sleuren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesleurd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sleur
jij sleurt
hij sleurt
wij sleuren
jullie sleuren
zij sleuren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesleurd
jij hebt gesleurd
hij heeft gesleurd
wij hebben gesleurd
jullie hebben gesleurd
zij hebben gesleurd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sleurde
jij sleurde
hij sleurde
wij sleurden
jullie sleurden
zij sleurden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesleurd
jij had gesleurd
hij had gesleurd
wij hadden gesleurd
jullie hadden gesleurd
zij hadden gesleurd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sleuren
jij zult sleuren
hij zal sleuren
wij zullen sleuren
jullie zullen sleuren
zij zullen sleuren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesleurd hebben
jij zult gesleurd hebben
hij zal gesleurd hebben
wij zullen gesleurd hebben
jullie zullen gesleurd hebben
zij zullen gesleurd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sleuren
jij zou sleuren
hij zou sleuren
wij zouden sleuren
jullie zouden sleuren
zij zouden sleuren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesleurd hebben
jij zou gesleurd hebben
hij zou gesleurd hebben
wij zouden gesleurd hebben
jullie zouden gesleurd hebben
zij zouden gesleurd hebben

Gebiedende wijs
sleur

Aanvoegende wijs
sleure

Voorbeelden

  1. De sleur - de ultieme sleur - van Horlick drank elke nacht.
    The drag - - the utter drag - - of Horlicks every night.
  2. Doorbreek de sleur, pa.
    You could break the chain, Dad.
  3. Deze sleur eindigt vanavond.
    This slump ends tonight.
  4. Het avontuur, de dagelijkse sleur.
    The adventure, the daily grind.
  5. Is je leven een sleur?
    Are you in a rut?
  6. Ik ben de sleur beu.
    I 'm tired of the drive.
  7. We zitten in een sleur.
    We 're in a bit of a mode.
  8. Als je in een sleur,
    If you 're in a rut,
  9. Je zit in een sleur.
    You 're in a rut.
  10. Nuchter zijn is een sleur.
    My sobriety is simply a grind.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden