Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: slechten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geslecht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slecht
jij slecht
hij slecht
wij slechten
jullie slechten
zij slechten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geslecht
jij hebt geslecht
hij heeft geslecht
wij hebben geslecht
jullie hebben geslecht
zij hebben geslecht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slechtte
jij slechtte
hij slechtte
wij slechtten
jullie slechtten
zij slechtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geslecht
jij had geslecht
hij had geslecht
wij hadden geslecht
jullie hadden geslecht
zij hadden geslecht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal slechten
jij zult slechten
hij zal slechten
wij zullen slechten
jullie zullen slechten
zij zullen slechten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geslecht hebben
jij zult geslecht hebben
hij zal geslecht hebben
wij zullen geslecht hebben
jullie zullen geslecht hebben
zij zullen geslecht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou slechten
jij zou slechten
hij zou slechten
wij zouden slechten
jullie zouden slechten
zij zouden slechten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geslecht hebben
jij zou geslecht hebben
hij zou geslecht hebben
wij zouden geslecht hebben
jullie zouden geslecht hebben
zij zouden geslecht hebben

Gebiedende wijs
slecht

Aanvoegende wijs
slechte

Voorbeelden

  1. Slecht bovenop slecht.
    Bad on top of bad.
  2. Slecht, slecht nieuws!
    Terrible, terrible news!
  3. Niet slecht, niet slecht.
    Never bad, never bad.
  4. Het was slecht, slecht!
    It was wicked, wicked!
  5. Dat is slecht en slecht.
    That 's bad and bad.
  6. Slecht idee, superheld, slecht idee.
    Bad idea, superhero. Bad idea!
  7. Ja, niet slecht, niet slecht.
    Yeah, not bad, not bad.
  8. Ja, niet slecht, niet slecht.
    Yes, not bad, not bad.
  9. hoe slecht slecht kan zijn.
    is how evil evil can be.
  10. Hee, niet slecht, niet slecht.
    Hey, not bad, not bad.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden