Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: slaapwandelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geslaapwandeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slaapwandel
jij slaapwandelt
hij slaapwandelt
wij slaapwandelen
jullie slaapwandelen
zij slaapwandelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geslaapwandeld
jij hebt geslaapwandeld
hij heeft geslaapwandeld
wij hebben geslaapwandeld
jullie hebben geslaapwandeld
zij hebben geslaapwandeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slaapwandelde
jij slaapwandelde
hij slaapwandelde
wij slaapwandelden
jullie slaapwandelden
zij slaapwandelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geslaapwandeld
jij had geslaapwandeld
hij had geslaapwandeld
wij hadden geslaapwandeld
jullie hadden geslaapwandeld
zij hadden geslaapwandeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal slaapwandelen
jij zult slaapwandelen
hij zal slaapwandelen
wij zullen slaapwandelen
jullie zullen slaapwandelen
zij zullen slaapwandelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geslaapwandeld hebben
jij zult geslaapwandeld hebben
hij zal geslaapwandeld hebben
wij zullen geslaapwandeld hebben
jullie zullen geslaapwandeld hebben
zij zullen geslaapwandeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou slaapwandelen
jij zou slaapwandelen
hij zou slaapwandelen
wij zouden slaapwandelen
jullie zouden slaapwandelen
zij zouden slaapwandelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geslaapwandeld hebben
jij zou geslaapwandeld hebben
hij zou geslaapwandeld hebben
wij zouden geslaapwandeld hebben
jullie zouden geslaapwandeld hebben
zij zouden geslaapwandeld hebben

Gebiedende wijs
slaapwandel

Aanvoegende wijs
slaapwandele

Voorbeelden

  1. Slaapwandel je? Nee.
    Do you sleep walk?
  2. Slaapwandel je wel vaker?
    Do you have a history of sleepwalking?
  3. En ik slaapwandel weer.
    And I 'm sleepwalking again.
  4. Voor als ik weer slaapwandel.
    In case if I 'm sleep walking again.
  5. Niet dat ik weet. Maar ik slaapwandel.
    Uh, not that I 'm aware of.
  6. Heb je Connor' s vrouw verteld over je slaapwandel theorie?
    Did you tell Connor 's wife about your sleepwalking theory?
  7. Slaapwandelen jullie misschien?
    Are your guys sleepwalking over there?
  8. Aan' t slaapwandelen?
    How you doing? You sleepwalking?
  9. Slaapwandelen is erfelijk.
    Sleepwalking is hereditary.
  10. Over het slaapwandelen.
    About the sleepwalking.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden