Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sidderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesidderd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sidder
jij siddert
hij siddert
wij sidderen
jullie sidderen
zij sidderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesidderd
jij hebt gesidderd
hij heeft gesidderd
wij hebben gesidderd
jullie hebben gesidderd
zij hebben gesidderd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sidderde
jij sidderde
hij sidderde
wij sidderden
jullie sidderden
zij sidderden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesidderd
jij had gesidderd
hij had gesidderd
wij hadden gesidderd
jullie hadden gesidderd
zij hadden gesidderd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sidderen
jij zult sidderen
hij zal sidderen
wij zullen sidderen
jullie zullen sidderen
zij zullen sidderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesidderd hebben
jij zult gesidderd hebben
hij zal gesidderd hebben
wij zullen gesidderd hebben
jullie zullen gesidderd hebben
zij zullen gesidderd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sidderen
jij zou sidderen
hij zou sidderen
wij zouden sidderen
jullie zouden sidderen
zij zouden sidderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesidderd hebben
jij zou gesidderd hebben
hij zou gesidderd hebben
wij zouden gesidderd hebben
jullie zouden gesidderd hebben
zij zouden gesidderd hebben

Gebiedende wijs
sidder

Aanvoegende wijs
siddere

Voorbeelden

  1. Ik sidder bij de gedachte.
    One shudders at the thought.
  2. Sidder en beef, nietige aardlingen!
    Tremble, puny earthlings!
  3. Sidder als een aal, groentjes!
    Now fry like bacon, you little freshmen piggies!
  4. Sidder maar van angst, kleine luitjes.
    So quake with fear, you tiny fools.
  5. Begint te sidderen.
    Starting to shudder.
  6. Ze begint te sidderen.
    She 's starting to shudder.
  7. Je doet me sidderen.
    You make me shudder.
  8. Maar het zal sidderen in zichzelf.
    But it will writhe inside of itself!
  9. Ze moeten wel sidderen van angst.
    They must be quaking in terror.
  10. Daar gaat je baarmoeder van sidderen, niet?
    The uterus quivers, does it not?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden