Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: separeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesepareerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik separeer
jij separeert
hij separeert
wij separeren
jullie separeren
zij separeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesepareerd
jij hebt gesepareerd
hij heeft gesepareerd
wij hebben gesepareerd
jullie hebben gesepareerd
zij hebben gesepareerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik separeerde
jij separeerde
hij separeerde
wij separeerden
jullie separeerden
zij separeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesepareerd
jij had gesepareerd
hij had gesepareerd
wij hadden gesepareerd
jullie hadden gesepareerd
zij hadden gesepareerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal separeren
jij zult separeren
hij zal separeren
wij zullen separeren
jullie zullen separeren
zij zullen separeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesepareerd hebben
jij zult gesepareerd hebben
hij zal gesepareerd hebben
wij zullen gesepareerd hebben
jullie zullen gesepareerd hebben
zij zullen gesepareerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou separeren
jij zou separeren
hij zou separeren
wij zouden separeren
jullie zouden separeren
zij zouden separeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesepareerd hebben
jij zou gesepareerd hebben
hij zou gesepareerd hebben
wij zouden gesepareerd hebben
jullie zouden gesepareerd hebben
zij zouden gesepareerd hebben

Gebiedende wijs
separeer

Aanvoegende wijs
separere

Voorbeelden

  1. Nu wil je hem uit de separeer?
    You want to let him out of solitary? Yes.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden