NL: sensibiliseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gesensibiliseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik sensibiliseer jij sensibiliseert hij sensibiliseert wij sensibiliseren jullie sensibiliseren zij sensibiliseren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gesensibiliseerd jij hebt gesensibiliseerd hij heeft gesensibiliseerd wij hebben gesensibiliseerd jullie hebben gesensibiliseerd zij hebben gesensibiliseerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik sensibiliseerde jij sensibiliseerde hij sensibiliseerde wij sensibiliseerden jullie sensibiliseerden zij sensibiliseerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gesensibiliseerd jij had gesensibiliseerd hij had gesensibiliseerd wij hadden gesensibiliseerd jullie hadden gesensibiliseerd zij hadden gesensibiliseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal sensibiliseren jij zult sensibiliseren hij zal sensibiliseren wij zullen sensibiliseren jullie zullen sensibiliseren zij zullen sensibiliseren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gesensibiliseerd hebben jij zult gesensibiliseerd hebben hij zal gesensibiliseerd hebben wij zullen gesensibiliseerd hebben jullie zullen gesensibiliseerd hebben zij zullen gesensibiliseerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou sensibiliseren jij zou sensibiliseren hij zou sensibiliseren wij zouden sensibiliseren jullie zouden sensibiliseren zij zouden sensibiliseren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gesensibiliseerd hebben jij zou gesensibiliseerd hebben hij zou gesensibiliseerd hebben wij zouden gesensibiliseerd hebben jullie zouden gesensibiliseerd hebben zij zouden gesensibiliseerd hebben
|
Gebiedende wijs |
sensibiliseer
|
Aanvoegende wijs |
sensibilisere |