NL: seculariseren
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geseculariseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik seculariseer
jij seculariseert
hij seculariseert
wij seculariseren
jullie seculariseren
zij seculariseren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geseculariseerd
jij hebt geseculariseerd
hij heeft geseculariseerd
wij hebben geseculariseerd
jullie hebben geseculariseerd
zij hebben geseculariseerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik seculariseerde
jij seculariseerde
hij seculariseerde
wij seculariseerden
jullie seculariseerden
zij seculariseerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geseculariseerd
jij had geseculariseerd
hij had geseculariseerd
wij hadden geseculariseerd
jullie hadden geseculariseerd
zij hadden geseculariseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal seculariseren
jij zult seculariseren
hij zal seculariseren
wij zullen seculariseren
jullie zullen seculariseren
zij zullen seculariseren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geseculariseerd hebben
jij zult geseculariseerd hebben
hij zal geseculariseerd hebben
wij zullen geseculariseerd hebben
jullie zullen geseculariseerd hebben
zij zullen geseculariseerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou seculariseren
jij zou seculariseren
hij zou seculariseren
wij zouden seculariseren
jullie zouden seculariseren
zij zouden seculariseren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geseculariseerd hebben
jij zou geseculariseerd hebben
hij zou geseculariseerd hebben
wij zouden geseculariseerd hebben
jullie zouden geseculariseerd hebben
zij zouden geseculariseerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
seculariseer
|
| Aanvoegende wijs |
| secularisere |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden