Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: schrapen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geschraapt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schraap
jij schraapt
hij schraapt
wij schrapen
jullie schrapen
zij schrapen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geschraapt
jij hebt geschraapt
hij heeft geschraapt
wij hebben geschraapt
jullie hebben geschraapt
zij hebben geschraapt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schraapte
jij schraapte
hij schraapte
wij schraapten
jullie schraapten
zij schraapten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geschraapt
jij had geschraapt
hij had geschraapt
wij hadden geschraapt
jullie hadden geschraapt
zij hadden geschraapt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal schrapen
jij zult schrapen
hij zal schrapen
wij zullen schrapen
jullie zullen schrapen
zij zullen schrapen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geschraapt hebben
jij zult geschraapt hebben
hij zal geschraapt hebben
wij zullen geschraapt hebben
jullie zullen geschraapt hebben
zij zullen geschraapt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou schrapen
jij zou schrapen
hij zou schrapen
wij zouden schrapen
jullie zouden schrapen
zij zouden schrapen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geschraapt hebben
jij zou geschraapt hebben
hij zou geschraapt hebben
wij zouden geschraapt hebben
jullie zouden geschraapt hebben
zij zouden geschraapt hebben

Gebiedende wijs
schraap

Aanvoegende wijs
schrape

Voorbeelden

  1. Schraap er maar wat verf af.
    Make sure we get some paint scrapings here.
  2. Gelukkige gezwel schraap dag aan iedereen!
    Happy growth-Scraping day to all!
  3. Nu schraap je punten bij elkaar.
    Now you shaving points.
  4. Schraap je moed bijeen en staar meteen terug!
    Muster up the courage and glare right back!
  5. Of ik schraap haar hersenen uit haar schedel.
    Or I scrape her brain from her skull.
  6. Ik schraap centen bij elkaar om mijn kinderen in mijn huis te houden.
    I 'm scraping pennies together to keep my kids in the apartment.
  7. Schrapen, walsen.
    Scraping, milling.
  8. Gewoon keel schrapen
    Just clearing my throat.
  9. Volg schrapen, Sebastian.
    Just keep scraping, Sebastian.
  10. De wortels schrapen.
    You can scrape the carrot.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden