Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: schoffelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geschoffeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schoffel
jij schoffelt
hij schoffelt
wij schoffelen
jullie schoffelen
zij schoffelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geschoffeld
jij hebt geschoffeld
hij heeft geschoffeld
wij hebben geschoffeld
jullie hebben geschoffeld
zij hebben geschoffeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schoffelde
jij schoffelde
hij schoffelde
wij schoffelden
jullie schoffelden
zij schoffelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geschoffeld
jij had geschoffeld
hij had geschoffeld
wij hadden geschoffeld
jullie hadden geschoffeld
zij hadden geschoffeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal schoffelen
jij zult schoffelen
hij zal schoffelen
wij zullen schoffelen
jullie zullen schoffelen
zij zullen schoffelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geschoffeld hebben
jij zult geschoffeld hebben
hij zal geschoffeld hebben
wij zullen geschoffeld hebben
jullie zullen geschoffeld hebben
zij zullen geschoffeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou schoffelen
jij zou schoffelen
hij zou schoffelen
wij zouden schoffelen
jullie zouden schoffelen
zij zouden schoffelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geschoffeld hebben
jij zou geschoffeld hebben
hij zou geschoffeld hebben
wij zouden geschoffeld hebben
jullie zouden geschoffeld hebben
zij zouden geschoffeld hebben

Gebiedende wijs
schoffel

Aanvoegende wijs
schoffele

Voorbeelden

  1. En ik zie geen schoffel.
    And I don 't see a hoe.
  2. Wil je mij de schoffel even aangeven?
    Will you hand me the shovel?
  3. Dit gaat nu eenmaal niet met een schoffel.
    It 's not the kind of thing you do with a backhoe.
  4. Dit type schoffel wordt gebruikt door de dienst Wegenonderhoud.
    And this type of hoe is used by the Highway Department.
  5. Waarom heb je me niet gewoon met de schoffel vermoord?
    Why didn 't you just kill me with the hoe?
  6. Als reactie pakte ze een schoffel en keek snel omlaag voor slangen.
    Her response was to grab a hoe and look down quick for snakes.
  7. En tussen de pot en de schoffel was ik een ambrosia van oorspronkelijke sensatie.
    And between the pot and the hos... it was just an ambrosia of primal sensations.
  8. Wil je nu Mr Star gaan vertellen dat je... ' n schep, schoffel en hark nodig hebt?
    Would you like to go now and tell Mr Star... you need shovel, hoe and a rake?
  9. Hij houdt van maaien en schoffelen.
    He loves to mow and weed
  10. De Chapi is een klein slaginstrument, het bestaat uit het metalen uiteinde van een schoffel waarop met een kleine, metalen staaf geslagen wordt
    The “Chapi” was a small percussive instrument made from the metal end of a hoe and struck with a small metal bar

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden