Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: scherpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gescherpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik scherp
jij scherpt
hij scherpt
wij scherpen
jullie scherpen
zij scherpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gescherpt
jij hebt gescherpt
hij heeft gescherpt
wij hebben gescherpt
jullie hebben gescherpt
zij hebben gescherpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik scherpte
jij scherpte
hij scherpte
wij scherpten
jullie scherpten
zij scherpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gescherpt
jij had gescherpt
hij had gescherpt
wij hadden gescherpt
jullie hadden gescherpt
zij hadden gescherpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal scherpen
jij zult scherpen
hij zal scherpen
wij zullen scherpen
jullie zullen scherpen
zij zullen scherpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gescherpt hebben
jij zult gescherpt hebben
hij zal gescherpt hebben
wij zullen gescherpt hebben
jullie zullen gescherpt hebben
zij zullen gescherpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou scherpen
jij zou scherpen
hij zou scherpen
wij zouden scherpen
jullie zouden scherpen
zij zouden scherpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gescherpt hebben
jij zou gescherpt hebben
hij zou gescherpt hebben
wij zouden gescherpt hebben
jullie zouden gescherpt hebben
zij zouden gescherpt hebben

Gebiedende wijs
scherp

Aanvoegende wijs
scherpe

Voorbeelden

  1. scherp afgrensbare
    outline distinct
  2. Scherp (gereedschap)
    Sharp (tools)
  3. En behoorlijk scherp.
    And keen powers of observation.
  4. Wacht, scherp rechts.
    Wait, sharp right.
  5. Blijf scherp, Chloe.
    Stay focused, chloe.
  6. Houdt ons scherp.
    Keep us on our toes.
  7. Ja, scherp opgemerkt.
    Yeah, you got a good eye.
  8. Iets heel scherp.
    Something very sharp.
  9. Scherp blijven, oké?
    Stay tight, all right?
  10. Blijf scherp, jongens.
    Stay sharp, fellas.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden