Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: scharrelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gescharreld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik scharrel
jij scharrelt
hij scharrelt
wij scharrelen
jullie scharrelen
zij scharrelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gescharreld
jij hebt gescharreld
hij heeft gescharreld
wij hebben gescharreld
jullie hebben gescharreld
zij hebben gescharreld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik scharrelde
jij scharrelde
hij scharrelde
wij scharrelden
jullie scharrelden
zij scharrelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gescharreld
jij had gescharreld
hij had gescharreld
wij hadden gescharreld
jullie hadden gescharreld
zij hadden gescharreld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal scharrelen
jij zult scharrelen
hij zal scharrelen
wij zullen scharrelen
jullie zullen scharrelen
zij zullen scharrelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gescharreld hebben
jij zult gescharreld hebben
hij zal gescharreld hebben
wij zullen gescharreld hebben
jullie zullen gescharreld hebben
zij zullen gescharreld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou scharrelen
jij zou scharrelen
hij zou scharrelen
wij zouden scharrelen
jullie zouden scharrelen
zij zouden scharrelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gescharreld hebben
jij zou gescharreld hebben
hij zou gescharreld hebben
wij zouden gescharreld hebben
jullie zouden gescharreld hebben
zij zouden gescharreld hebben

Gebiedende wijs
scharrel

Aanvoegende wijs
scharrele

Voorbeelden

  1. Het is geen scharrel.
    It 's not a fling.
  2. Ze is niet zomaar een scharrel.
    She 's not just a hookup for me.
  3. Scharrel ergens een droge korst op.
    Perhaps you could rout out a crust?
  4. Geef het aan je nieuwe scharrel.
    Give it to your new floozy.
  5. Ik scharrel zo af en toe nog wat.
    I still dabble here and there.
  6. Wist je dat oude opa scharrel zelfs niet kon zwemmen?
    Did you know old grandpa fumblepants couldn 't even swim?
  7. Het waait door alle straten. Mr. Mooie-Scharrel - Organische-Eieren-man.
    It 's blowing all over the streets, Mr. Fancy Cage-Free Organic Eggs guy.
  8. Ik had ooit een scharrel... van wie ik op een ballon moest stuiteren...
    I dated this guy once who just wanted me to bounce up and down on a balloon...
  9. Je bent niet de eerste scharrel van mijn man die ik moet verdoezelen.
    You 're hardly the first indiscretion of my husband 's i 've had to cover up.
  10. Ja, maar naar de politie gaan kan niet omdat haar scharrel het heeft gegeven.
    Yeah, but they can 't tell the police because her lover gave it to her.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden