Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: schaken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geschaakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schaak
jij schaakt
hij schaakt
wij schaken
jullie schaken
zij schaken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geschaakt
jij hebt geschaakt
hij heeft geschaakt
wij hebben geschaakt
jullie hebben geschaakt
zij hebben geschaakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schaakte
jij schaakte
hij schaakte
wij schaakten
jullie schaakten
zij schaakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geschaakt
jij had geschaakt
hij had geschaakt
wij hadden geschaakt
jullie hadden geschaakt
zij hadden geschaakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal schaken
jij zult schaken
hij zal schaken
wij zullen schaken
jullie zullen schaken
zij zullen schaken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geschaakt hebben
jij zult geschaakt hebben
hij zal geschaakt hebben
wij zullen geschaakt hebben
jullie zullen geschaakt hebben
zij zullen geschaakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou schaken
jij zou schaken
hij zou schaken
wij zouden schaken
jullie zouden schaken
zij zouden schaken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geschaakt hebben
jij zou geschaakt hebben
hij zou geschaakt hebben
wij zouden geschaakt hebben
jullie zouden geschaakt hebben
zij zouden geschaakt hebben

Gebiedende wijs
schaak

Aanvoegende wijs
schake

Voorbeelden

  1. Schaak, begrijpt u.
    Chess, you understand.
  2. Schaak, Mr. Volkoff.
    Check, Mr. Volkoff.
  3. Ze schaak zetten.
    Check these fools.
  4. Dat is allemaal schaak.
    That 's all chess.
  5. Ja, ik speel schaak.
    Yes. I do play chess.
  6. Ik speel geen schaak.
    I don 't play chess.
  7. Geen gokken, Schaak lessen.
    Not gambling, chess lessons.
  8. En ik speel schaak.
    And I 'm playing chess.
  9. Ik spreek geen schaak.
    Don 't speak chess.
  10. Het zette me schaak.
    It put me in check.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden