Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: sauveren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gesauveerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sauveer
jij sauveert
hij sauveert
wij sauveren
jullie sauveren
zij sauveren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gesauveerd
jij hebt gesauveerd
hij heeft gesauveerd
wij hebben gesauveerd
jullie hebben gesauveerd
zij hebben gesauveerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sauveerde
jij sauveerde
hij sauveerde
wij sauveerden
jullie sauveerden
zij sauveerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gesauveerd
jij had gesauveerd
hij had gesauveerd
wij hadden gesauveerd
jullie hadden gesauveerd
zij hadden gesauveerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal sauveren
jij zult sauveren
hij zal sauveren
wij zullen sauveren
jullie zullen sauveren
zij zullen sauveren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gesauveerd hebben
jij zult gesauveerd hebben
hij zal gesauveerd hebben
wij zullen gesauveerd hebben
jullie zullen gesauveerd hebben
zij zullen gesauveerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou sauveren
jij zou sauveren
hij zou sauveren
wij zouden sauveren
jullie zouden sauveren
zij zouden sauveren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gesauveerd hebben
jij zou gesauveerd hebben
hij zou gesauveerd hebben
wij zouden gesauveerd hebben
jullie zouden gesauveerd hebben
zij zouden gesauveerd hebben

Gebiedende wijs
sauveer

Aanvoegende wijs
sauvere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden