Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: samenhokken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
samengehokt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hok samen
jij hokt samen
hij hokt samen
wij hokken samen
jullie hokken samen
zij hokken samen

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik samenhok
dat jij samenhokt
dat hij samenhokt
dat wij samenhokken
dat jullie samenhokken
dat zij samenhokken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb samengehokt
jij hebt samengehokt
hij heeft samengehokt
wij hebben samengehokt
jullie hebben samengehokt
zij hebben samengehokt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hokte samen
jij hokte samen
hij hokte samen
wij hokten samen
jullie hokten samen
zij hokten samen

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik samenhokte
dat jij samenhokte
dat hij samenhokte
dat wij samenhokten
dat jullie samenhokten
dat zij samenhokten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had samengehokt
jij had samengehokt
hij had samengehokt
wij hadden samengehokt
jullie hadden samengehokt
zij hadden samengehokt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal samenhokken
jij zult samenhokken
hij zal samenhokken
wij zullen samenhokken
jullie zullen samenhokken
zij zullen samenhokken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal samengehokt hebben
jij zult samengehokt hebben
hij zal samengehokt hebben
wij zullen samengehokt hebben
jullie zullen samengehokt hebben
zij zullen samengehokt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou samenhokken
jij zou samenhokken
hij zou samenhokken
wij zouden samenhokken
jullie zouden samenhokken
zij zouden samenhokken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou samengehokt hebben
jij zou samengehokt hebben
hij zou samengehokt hebben
wij zouden samengehokt hebben
jullie zouden samengehokt hebben
zij zouden samengehokt hebben

Gebiedende wijs
hok samen

Aanvoegende wijs
samenhokke

Voorbeelden

  1. Twee oude mariniers die samenhokken.
    Two old Navy guys shacking up.
  2. Samenhokken met je ex is slecht nieuws.
    Hooking up with your ex is bad news.
  3. Het was zijn keuze om te gaan samenhokken met een Paapse.
    It was his choice to get himself hooked up with a bloody Papist.
  4. Helpt ook niet echt dat we in een moeras samenhokken. Haat het?
    Doesn 't help that we decided to shack up in the middle of a swamp, either.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden