NL: russificeren
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gerussificeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik russificeer
jij russificeert
hij russificeert
wij russificeren
jullie russificeren
zij russificeren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gerussificeerd
jij hebt gerussificeerd
hij heeft gerussificeerd
wij hebben gerussificeerd
jullie hebben gerussificeerd
zij hebben gerussificeerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik russificeerde
jij russificeerde
hij russificeerde
wij russificeerden
jullie russificeerden
zij russificeerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gerussificeerd
jij had gerussificeerd
hij had gerussificeerd
wij hadden gerussificeerd
jullie hadden gerussificeerd
zij hadden gerussificeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal russificeren
jij zult russificeren
hij zal russificeren
wij zullen russificeren
jullie zullen russificeren
zij zullen russificeren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gerussificeerd hebben
jij zult gerussificeerd hebben
hij zal gerussificeerd hebben
wij zullen gerussificeerd hebben
jullie zullen gerussificeerd hebben
zij zullen gerussificeerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou russificeren
jij zou russificeren
hij zou russificeren
wij zouden russificeren
jullie zouden russificeren
zij zouden russificeren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gerussificeerd hebben
jij zou gerussificeerd hebben
hij zou gerussificeerd hebben
wij zouden gerussificeerd hebben
jullie zouden gerussificeerd hebben
zij zouden gerussificeerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
russificeer
|
| Aanvoegende wijs |
| russificere |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden