Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rummyen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerummyd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rummy
jij rummyt
hij rummyt
wij rummyen
jullie rummyen
zij rummyen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerummyd
jij hebt gerummyd
hij heeft gerummyd
wij hebben gerummyd
jullie hebben gerummyd
zij hebben gerummyd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rummyde
jij rummyde
hij rummyde
wij rummyden
jullie rummyden
zij rummyden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerummyd
jij had gerummyd
hij had gerummyd
wij hadden gerummyd
jullie hadden gerummyd
zij hadden gerummyd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rummyen
jij zult rummyen
hij zal rummyen
wij zullen rummyen
jullie zullen rummyen
zij zullen rummyen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerummyd hebben
jij zult gerummyd hebben
hij zal gerummyd hebben
wij zullen gerummyd hebben
jullie zullen gerummyd hebben
zij zullen gerummyd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rummyen
jij zou rummyen
hij zou rummyen
wij zouden rummyen
jullie zouden rummyen
zij zouden rummyen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerummyd hebben
jij zou gerummyd hebben
hij zou gerummyd hebben
wij zouden gerummyd hebben
jullie zouden gerummyd hebben
zij zouden gerummyd hebben

Gebiedende wijs
rummy

Aanvoegende wijs
rummye

Voorbeelden

  1. Speel je nog gin rummy?
    Do you still play gin rummy?
  2. Tuurlijk, het lijkt erg op Rummy.
    Sure, it 's a lot like Rummy.
  3. Zin in een spelletje gin rummy?
    How about some gin rummy?
  4. Ik heb gin rummy gespeeld en verloren.
    I played gin rummy and lost.
  5. Ik heb 38 $ gewonnen bij Gin Rummy.
    I won myself $ 38 at gin rummy.
  6. Rummy, als het mijn kleine zussie niet is!
    Rummy, if it ain 't my little sis!
  7. Wie heeft er zin in wat Gin Rummy?
    Who is up for some Gin Rummy?
  8. Je weet niet eens hoe je gin rummy speelt.
    You don 't even know how to play gin rummy.
  9. Je vader en ik hebben iedere avond Gin Rummy zitten spelen.
    Your father and I have been playing Gin Rummy every night.
  10. Je ging naar bed omdat je niet weet hoe je moet gin rummy spelen?
    You went to bed because you don 't know how to play gin rummy? .

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden