Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ruiken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geroken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ruik
jij ruikt
hij ruikt
wij ruiken
jullie ruiken
zij ruiken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geroken
jij hebt geroken
hij heeft geroken
wij hebben geroken
jullie hebben geroken
zij hebben geroken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rook
jij rook
hij rook
wij roken
jullie roken
zij roken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geroken
jij had geroken
hij had geroken
wij hadden geroken
jullie hadden geroken
zij hadden geroken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ruiken
jij zult ruiken
hij zal ruiken
wij zullen ruiken
jullie zullen ruiken
zij zullen ruiken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geroken hebben
jij zult geroken hebben
hij zal geroken hebben
wij zullen geroken hebben
jullie zullen geroken hebben
zij zullen geroken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ruiken
jij zou ruiken
hij zou ruiken
wij zouden ruiken
jullie zouden ruiken
zij zouden ruiken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geroken hebben
jij zou geroken hebben
hij zou geroken hebben
wij zouden geroken hebben
jullie zouden geroken hebben
zij zouden geroken hebben

Gebiedende wijs
ruik

Aanvoegende wijs
ruike

Voorbeelden

  1. Ruik jij wat ik ruik?
    You smell what I smell?
  2. Ik kan je ruiken, ruik je mij ook?
    I can smell you, can you smell me?
  3. En ruik jij wat ik ook ruik? Niets.
    And do you smell what I smell?
  4. Ik ruik sigaretten.
    I can smell cigarettes.
  5. Ik ruik monstervlees.
    I smell... monster meat!
  6. Ruik je mensenvlees?
    You can 't smell flesh?
  7. Ruik je hyacinten?
    Do you smell hyacinths?
  8. Hier, ruik dat.
    Here, smell that
  9. Ik ruik mensbaksel.
    I smell humans baking.
  10. Ik ruik vinaigrette.
    I smell vinaigrette.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden