Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ruften

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geruft

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ruft
jij ruft
hij ruft
wij ruften
jullie ruften
zij ruften

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geruft
jij hebt geruft
hij heeft geruft
wij hebben geruft
jullie hebben geruft
zij hebben geruft

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ruftte
jij ruftte
hij ruftte
wij ruftten
jullie ruftten
zij ruftten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geruft
jij had geruft
hij had geruft
wij hadden geruft
jullie hadden geruft
zij hadden geruft

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ruften
jij zult ruften
hij zal ruften
wij zullen ruften
jullie zullen ruften
zij zullen ruften

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geruft hebben
jij zult geruft hebben
hij zal geruft hebben
wij zullen geruft hebben
jullie zullen geruft hebben
zij zullen geruft hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ruften
jij zou ruften
hij zou ruften
wij zouden ruften
jullie zouden ruften
zij zouden ruften

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geruft hebben
jij zou geruft hebben
hij zou geruft hebben
wij zouden geruft hebben
jullie zouden geruft hebben
zij zouden geruft hebben

Gebiedende wijs
ruft

Aanvoegende wijs
rufte

Voorbeelden

  1. Hier komen Peter' s ruften!
    Here comes Peter 's farts!
  2. Je gaat vanavond vet ruften.
    You 're gonna have wicked gas tonight.
  3. Peter' s ruften komen je halen.
    Peter 's farts are coming to get you.
  4. Waarom eet jij pittige worst als je weet dat je ervan moet ruften?
    Why do you always eat pastrami when you know it gives you gas?
  5. Wow, ik denk dat ik de ideale plaats heb gevonden om te ruften.
    Wow, I think I found the perfect place to fart.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden