Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rouleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerouleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rouleer
jij rouleert
hij rouleert
wij rouleren
jullie rouleren
zij rouleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerouleerd
jij hebt gerouleerd
hij heeft gerouleerd
wij hebben gerouleerd
jullie hebben gerouleerd
zij hebben gerouleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rouleerde
jij rouleerde
hij rouleerde
wij rouleerden
jullie rouleerden
zij rouleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerouleerd
jij had gerouleerd
hij had gerouleerd
wij hadden gerouleerd
jullie hadden gerouleerd
zij hadden gerouleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rouleren
jij zult rouleren
hij zal rouleren
wij zullen rouleren
jullie zullen rouleren
zij zullen rouleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerouleerd hebben
jij zult gerouleerd hebben
hij zal gerouleerd hebben
wij zullen gerouleerd hebben
jullie zullen gerouleerd hebben
zij zullen gerouleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rouleren
jij zou rouleren
hij zou rouleren
wij zouden rouleren
jullie zouden rouleren
zij zouden rouleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerouleerd hebben
jij zou gerouleerd hebben
hij zou gerouleerd hebben
wij zouden gerouleerd hebben
jullie zouden gerouleerd hebben
zij zouden gerouleerd hebben

Gebiedende wijs
rouleer

Aanvoegende wijs
roulere

Voorbeelden

  1. Ik rouleer al vier jaar van lab naar lab.
    I 've been going from one Medlab to the other for three years.
  2. We rouleren elke dag.
    We rotate every day.
  3. Er rouleren hier verschrikkelijke geruchten.
    The most incredible rumors are circulating in Berlin.
  4. D' r ex, hij liet haar rouleren.
    It 's her ex. He passed her round.
  5. Ben je nog steeds van plan om de helft op zee te rouleren?
    You 're still planning on rotating half of them at sea?
  6. Er rouleren vier rechters, en wij worden opgezadeld met de enige toegewijde Bolsjewiek?
    Four judges in rotation, and we get stuck with the one committed Bolshevik?
  7. Als je klaar bent met hem, zou je dan mijn banden kunnen rouleren?
    When you finish with him, do you think you could rotate my tires?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden