Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rondvliegen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
rondgevlogen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlieg rond
jij vliegt rond
hij vliegt rond
wij vliegen rond
jullie vliegen rond
zij vliegen rond

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik rondvlieg
dat jij rondvliegt
dat hij rondvliegt
dat wij rondvliegen
dat jullie rondvliegen
dat zij rondvliegen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb rondgevlogen
jij hebt rondgevlogen
hij heeft rondgevlogen
wij hebben rondgevlogen
jullie hebben rondgevlogen
zij hebben rondgevlogen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vloog rond
jij vloog rond
hij vloog rond
wij vlogen rond
jullie vlogen rond
zij vlogen rond

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik rondvloog
dat jij rondvloog
dat hij rondvloog
dat wij rondvlogen
dat jullie rondvlogen
dat zij rondvlogen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had rondgevlogen
jij had rondgevlogen
hij had rondgevlogen
wij hadden rondgevlogen
jullie hadden rondgevlogen
zij hadden rondgevlogen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rondvliegen
jij zult rondvliegen
hij zal rondvliegen
wij zullen rondvliegen
jullie zullen rondvliegen
zij zullen rondvliegen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal rondgevlogen hebben
jij zult rondgevlogen hebben
hij zal rondgevlogen hebben
wij zullen rondgevlogen hebben
jullie zullen rondgevlogen hebben
zij zullen rondgevlogen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rondvliegen
jij zou rondvliegen
hij zou rondvliegen
wij zouden rondvliegen
jullie zouden rondvliegen
zij zouden rondvliegen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou rondgevlogen hebben
jij zou rondgevlogen hebben
hij zou rondgevlogen hebben
wij zouden rondgevlogen hebben
jullie zouden rondgevlogen hebben
zij zouden rondgevlogen hebben

Gebiedende wijs
vlieg rond

Aanvoegende wijs
rondvliege

Voorbeelden

  1. Fraaie brieven die in Rome rondvliegen.
    Sweet scrolls to fly about the streets of Rome!
  2. Omdat hier van die vliegen rondvliegen.
    Because there 's these flees that is going around.
  3. We kunnen niet voor eeuwig blijven rondvliegen.
    We can 't just fly around forever.
  4. Als je beter bent, kunnen we rondvliegen.
    When you 're better, we can fly around.
  5. Rondvliegen, dingen uitzoeken, als een soort intergalactische politieagent.
    Do what? Fly around, sorting things out, like some kind of intergalactic policeman.
  6. Zij mag de wereld rondvliegen om wonderen te verrichten.
    She gets to fly around the world and perform miracles.
  7. Als je de rest van je ledematen ziet rondvliegen.
    If you look at the rest of your limbs flying around.
  8. Laat ons vrij rondvliegen op de vleugels van Engelen.
    Let us fly free on the wings of Angels.
  9. Ze zijn bijna identiek aan de soorten die vandaag rondvliegen.
    They 're almost identical with species that are still flying today.
  10. Een beetje rondvliegen, naar binnen gaan, gedag zeggen, naar buiten gaan.
    Just flying around, going in, saying hello, going out.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden