Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rondslingeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
rondgeslingerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik slinger rond
jij slingert rond
hij slingert rond
wij slingeren rond
jullie slingeren rond
zij slingeren rond

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik rondslinger
dat jij rondslingert
dat hij rondslingert
dat wij rondslingeren
dat jullie rondslingeren
dat zij rondslingeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb rondgeslingerd
jij hebt rondgeslingerd
hij heeft rondgeslingerd
wij hebben rondgeslingerd
jullie hebben rondgeslingerd
zij hebben rondgeslingerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik slingerde rond
jij slingerde rond
hij slingerde rond
wij slingerden rond
jullie slingerden rond
zij slingerden rond

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik rondslingerde
dat jij rondslingerde
dat hij rondslingerde
dat wij rondslingerden
dat jullie rondslingerden
dat zij rondslingerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had rondgeslingerd
jij had rondgeslingerd
hij had rondgeslingerd
wij hadden rondgeslingerd
jullie hadden rondgeslingerd
zij hadden rondgeslingerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rondslingeren
jij zult rondslingeren
hij zal rondslingeren
wij zullen rondslingeren
jullie zullen rondslingeren
zij zullen rondslingeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal rondgeslingerd hebben
jij zult rondgeslingerd hebben
hij zal rondgeslingerd hebben
wij zullen rondgeslingerd hebben
jullie zullen rondgeslingerd hebben
zij zullen rondgeslingerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rondslingeren
jij zou rondslingeren
hij zou rondslingeren
wij zouden rondslingeren
jullie zouden rondslingeren
zij zouden rondslingeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou rondgeslingerd hebben
jij zou rondgeslingerd hebben
hij zou rondgeslingerd hebben
wij zouden rondgeslingerd hebben
jullie zouden rondgeslingerd hebben
zij zouden rondgeslingerd hebben

Gebiedende wijs
slinger rond

Aanvoegende wijs
rondslingere

Voorbeelden

  1. Laat niet zoveel geld rondslingeren.
    You shouldn 't leave a lot of money around.
  2. En laat geen sigaretten rondslingeren.
    And please stop leaving lighted ciggies all over the place.
  3. Niet iets wat je laat rondslingeren.
    Not something you just have lying around.
  4. Ik laat geen geladen wapens rondslingeren.
    I don 't leave loaded guns lying around.
  5. Ik laat mijn post niet rondslingeren.
    I don 't just leave mail out.
  6. Dat ik plots bewijs ga laten rondslingeren?
    Suddenly I 'm gonna leave a bunch of evidence lying around?
  7. Je kunt geen vervelende plaatjes laten rondslingeren.
    You can 't have nasty shots lying around like that.
  8. De borden vuilmaken en je onderbroeken laten rondslingeren?
    Dirty the dishes and leave your underwears around?
  9. Nishi heeft thuis miljoenen aan contant geld rondslingeren.
    Nishi 's got millions in cash laying around his crib.
  10. Laat u altijd vuurwapens in het huis rondslingeren?
    Do you make it a practice of leaving guns lying around the house?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden