NL: rondbazuinen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
rondgebazuind
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik bazuin rond jij bazuint rond hij bazuint rond wij bazuinen rond jullie bazuinen rond zij bazuinen rond
|
Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik rondbazuin dat jij rondbazuint dat hij rondbazuint dat wij rondbazuinen dat jullie rondbazuinen dat zij rondbazuinen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb rondgebazuind jij hebt rondgebazuind hij heeft rondgebazuind wij hebben rondgebazuind jullie hebben rondgebazuind zij hebben rondgebazuind
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik bazuinde rond jij bazuinde rond hij bazuinde rond wij bazuinden rond jullie bazuinden rond zij bazuinden rond
|
Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik rondbazuinde dat jij rondbazuinde dat hij rondbazuinde dat wij rondbazuinden dat jullie rondbazuinden dat zij rondbazuinden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had rondgebazuind jij had rondgebazuind hij had rondgebazuind wij hadden rondgebazuind jullie hadden rondgebazuind zij hadden rondgebazuind
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal rondbazuinen jij zult rondbazuinen hij zal rondbazuinen wij zullen rondbazuinen jullie zullen rondbazuinen zij zullen rondbazuinen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal rondgebazuind hebben jij zult rondgebazuind hebben hij zal rondgebazuind hebben wij zullen rondgebazuind hebben jullie zullen rondgebazuind hebben zij zullen rondgebazuind hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou rondbazuinen jij zou rondbazuinen hij zou rondbazuinen wij zouden rondbazuinen jullie zouden rondbazuinen zij zouden rondbazuinen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou rondgebazuind hebben jij zou rondgebazuind hebben hij zou rondgebazuind hebben wij zouden rondgebazuind hebben jullie zouden rondgebazuind hebben zij zouden rondgebazuind hebben
|
Gebiedende wijs |
bazuin rond
|
Aanvoegende wijs |
rondbazuine |