NL: romantiseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geromantiseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik romantiseer jij romantiseert hij romantiseert wij romantiseren jullie romantiseren zij romantiseren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geromantiseerd jij hebt geromantiseerd hij heeft geromantiseerd wij hebben geromantiseerd jullie hebben geromantiseerd zij hebben geromantiseerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik romantiseerde jij romantiseerde hij romantiseerde wij romantiseerden jullie romantiseerden zij romantiseerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geromantiseerd jij had geromantiseerd hij had geromantiseerd wij hadden geromantiseerd jullie hadden geromantiseerd zij hadden geromantiseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal romantiseren jij zult romantiseren hij zal romantiseren wij zullen romantiseren jullie zullen romantiseren zij zullen romantiseren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geromantiseerd hebben jij zult geromantiseerd hebben hij zal geromantiseerd hebben wij zullen geromantiseerd hebben jullie zullen geromantiseerd hebben zij zullen geromantiseerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou romantiseren jij zou romantiseren hij zou romantiseren wij zouden romantiseren jullie zouden romantiseren zij zouden romantiseren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geromantiseerd hebben jij zou geromantiseerd hebben hij zou geromantiseerd hebben wij zouden geromantiseerd hebben jullie zouden geromantiseerd hebben zij zouden geromantiseerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
romantiseer
|
| Aanvoegende wijs |
| romantisere |