Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: risken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geriskt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik risk
jij riskt
hij riskt
wij risken
jullie risken
zij risken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geriskt
jij hebt geriskt
hij heeft geriskt
wij hebben geriskt
jullie hebben geriskt
zij hebben geriskt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik riskte
jij riskte
hij riskte
wij riskten
jullie riskten
zij riskten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geriskt
jij had geriskt
hij had geriskt
wij hadden geriskt
jullie hadden geriskt
zij hadden geriskt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal risken
jij zult risken
hij zal risken
wij zullen risken
jullie zullen risken
zij zullen risken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geriskt hebben
jij zult geriskt hebben
hij zal geriskt hebben
wij zullen geriskt hebben
jullie zullen geriskt hebben
zij zullen geriskt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou risken
jij zou risken
hij zou risken
wij zouden risken
jullie zouden risken
zij zouden risken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geriskt hebben
jij zou geriskt hebben
hij zou geriskt hebben
wij zouden geriskt hebben
jullie zouden geriskt hebben
zij zouden geriskt hebben

Gebiedende wijs
risk

Aanvoegende wijs
riske

Voorbeelden

  1. Ik speel vaak Risk.
    I play a lot of Risk.
  2. Is het zoiets als Risk?
    Is it something like Risk?
  3. Hij speelt risk met Xander.
    He 's playing Risk with Xander.
  4. Hij zegt dat hij mij voor het Risk Management Comité gaat brengen.
    He says he 's gonna take me in front of the Risk Management Committee.
  5. Ik speel risk al een hele tijd, zoon, alleen in het echte leven.
    I 've been playing risk a long time, son, only in real life.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden