Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rioleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerioleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rioleer
jij rioleert
hij rioleert
wij rioleren
jullie rioleren
zij rioleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerioleerd
jij hebt gerioleerd
hij heeft gerioleerd
wij hebben gerioleerd
jullie hebben gerioleerd
zij hebben gerioleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rioleerde
jij rioleerde
hij rioleerde
wij rioleerden
jullie rioleerden
zij rioleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerioleerd
jij had gerioleerd
hij had gerioleerd
wij hadden gerioleerd
jullie hadden gerioleerd
zij hadden gerioleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rioleren
jij zult rioleren
hij zal rioleren
wij zullen rioleren
jullie zullen rioleren
zij zullen rioleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerioleerd hebben
jij zult gerioleerd hebben
hij zal gerioleerd hebben
wij zullen gerioleerd hebben
jullie zullen gerioleerd hebben
zij zullen gerioleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rioleren
jij zou rioleren
hij zou rioleren
wij zouden rioleren
jullie zouden rioleren
zij zouden rioleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerioleerd hebben
jij zou gerioleerd hebben
hij zou gerioleerd hebben
wij zouden gerioleerd hebben
jullie zouden gerioleerd hebben
zij zouden gerioleerd hebben

Gebiedende wijs
rioleer

Aanvoegende wijs
riolere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden