Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rinnen
DE: rinnen    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
geronnen
rinnend

Indikativ Präsens
ich rinne
du rinnst
er rinnt
wir rinnen
ihr rinnt
sie; Sie rinnen

Indikativ Perfekt
ich bin geronnen
du bist geronnen
er ist geronnen
wir sind geronnen
ihr seid geronnen
sie; Sie sind geronnen

Indikativ Präteritum
ich rann
du rannst
er rann
wir rannen
ihr rannt
sie; Sie rannen

Indikativ Plusquamperfekt
ich war geronnen
du warst geronnen
er war geronnen
wir waren geronnen
ihr wart geronnen
sie; Sie waren geronnen

Indikativ Futur I
ich werde rinnen
du wirst rinnen
er wird rinnen
wir werden rinnen
ihr werdet rinnen
sie; Sie werden rinnen

Indikativ Futur II
ich werde geronnen sein
du wirst geronnen sein
er wird geronnen sein
wir werden geronnen sein
ihr werdet geronnen sein
sie; Sie werden geronnen sein

Konjunktiv I Präsens
ich rinne
du rinnest
er rinne
wir rinnen
ihr rinnet
sie; Sie rinnen

Konjunktiv I Perfekt
ich sei geronnen
du seiest geronnen
er sei geronnen
wir seien geronnen
ihr seiet geronnen
sie; Sie seien geronnen

Konjunktiv II Präsens
ich ränne
du rännest
er ränne
wir rännen
ihr rännet
sie; Sie rännen

Konjunktiv II Perfekt
ich wäre geronnen
du wärest geronnen
er wäre geronnen
wir wären geronnen
ihr wäret geronnen
sie; Sie wären geronnen

Konjunktiv II Futur I
ich würde rinnen
du würdest rinnen
er würde rinnen
wir würden rinnen
ihr würdet rinnen
sie; Sie würden rinnen

Konjunktiv II Futur II
ich würde geronnen sein
du würdest geronnen sein
er würde geronnen sein
wir würden geronnen sein
ihr würdet geronnen sein
sie; Sie würden geronnen sein

der Imperativ
du rinne; rinn


Voorbeelden

  1. Kroch eine Rinn' empor
    Die weeft een web
  2. Nur durch die Kehle rinnen lassen.
    Laat' t door je strot omlaag lopen.
  3. Bringen Kantensteine, Rinnen, Gullys, Abflüsse an und verbinden diese mit dem Abwasserkanal.
    Stelt de banden en brengt goten, kolken en putten aan en sluit deze aan op het riool.
  4. Und das Blut würde so lange aus der Wunde rinnen, bis der Fluch aufgehoben sei.
    Voor eeuwig zal het bloed uit de wond stromen. Totdat de vloek wordt opgeheven.


NL: rinnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geronnen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rin
jij rint
hij rint
wij rinnen
jullie rinnen
zij rinnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geronnen
jij hebt geronnen
hij heeft geronnen
wij hebben geronnen
jullie hebben geronnen
zij hebben geronnen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ron
jij ron
hij ron
wij ronnen
jullie ronnen
zij ronnen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geronnen
jij had geronnen
hij had geronnen
wij hadden geronnen
jullie hadden geronnen
zij hadden geronnen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rinnen
jij zult rinnen
hij zal rinnen
wij zullen rinnen
jullie zullen rinnen
zij zullen rinnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geronnen hebben
jij zult geronnen hebben
hij zal geronnen hebben
wij zullen geronnen hebben
jullie zullen geronnen hebben
zij zullen geronnen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rinnen
jij zou rinnen
hij zou rinnen
wij zouden rinnen
jullie zouden rinnen
zij zouden rinnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geronnen hebben
jij zou geronnen hebben
hij zou geronnen hebben
wij zouden geronnen hebben
jullie zouden geronnen hebben
zij zouden geronnen hebben

Gebiedende wijs
rin

Aanvoegende wijs
rinne

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden