Voorbeelden

1. Just to ridicule me.
   Om me belachelijk te maken.
2. We 're floundering in ridicule.
   Dit is hopeloos belachelijk.
3. It's a kinda ridicule unnecessary fibonacci-syllabic-heap.
   Hier een ietwat gezochte Fibonaccireeks, lettergrepentellenderwijs.
4. You wanna see the service subject to ridicule?
   Wil je dat de marine belachelijk wordt gemaakt?
5. How dare you ridicule this man in front of everyone?
   Hoe durf je die man belachelijk te maken waar iedereen bij is?
6. They drove me to obsession, consigned me to professional ridicule.
   Ze dreven me naar obsessie, brachten me naar een professionele bespotting.
7. If it 's so ridicule, how do you explain this?
   Als het zo' ridicule' is, leg dit dan eens uit.
8. An overzealous armed forces; nosey neighbors who ridicule and point fingers.
   Overijverige strijdkrachten; bemoeizieke buren die hen belachelijk maken en nawijzen.
9. People will ridicule you if your burga is not worn properly
   De mensen zullen me uitlachen als jij je burqa niet draagt.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden