Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: retourneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geretourneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik retourneer
jij retourneert
hij retourneert
wij retourneren
jullie retourneren
zij retourneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geretourneerd
jij hebt geretourneerd
hij heeft geretourneerd
wij hebben geretourneerd
jullie hebben geretourneerd
zij hebben geretourneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik retourneerde
jij retourneerde
hij retourneerde
wij retourneerden
jullie retourneerden
zij retourneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geretourneerd
jij had geretourneerd
hij had geretourneerd
wij hadden geretourneerd
jullie hadden geretourneerd
zij hadden geretourneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal retourneren
jij zult retourneren
hij zal retourneren
wij zullen retourneren
jullie zullen retourneren
zij zullen retourneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geretourneerd hebben
jij zult geretourneerd hebben
hij zal geretourneerd hebben
wij zullen geretourneerd hebben
jullie zullen geretourneerd hebben
zij zullen geretourneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou retourneren
jij zou retourneren
hij zou retourneren
wij zouden retourneren
jullie zouden retourneren
zij zouden retourneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geretourneerd hebben
jij zou geretourneerd hebben
hij zou geretourneerd hebben
wij zouden geretourneerd hebben
jullie zouden geretourneerd hebben
zij zouden geretourneerd hebben

Gebiedende wijs
retourneer

Aanvoegende wijs
retournere

Voorbeelden

  1. Dan retourneer ik hem in Paris.
    Then I 'll return it to him in Paris.
  2. Ik moet even een tas en een riem retourneren.
    I 've got a purse and a belt I need to return.
  3. De verzendkosten van het retourneren zijn voor de klant
    Return postage is the customer's responsibility
  4. We zijn alleen maar meer dan gelukkig om de gevoelens te retourneren.
    We are only more than happy to return the sentiment.
  5. Het product voldoet niet aan mijn wens, hoe kan ik mijn aankoop retourneren?
    The purchased item is not to my satisfaction, how can I return it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden