Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: resulteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geresulteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik resulteer
jij resulteert
hij resulteert
wij resulteren
jullie resulteren
zij resulteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geresulteerd
jij hebt geresulteerd
hij heeft geresulteerd
wij hebben geresulteerd
jullie hebben geresulteerd
zij hebben geresulteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik resulteerde
jij resulteerde
hij resulteerde
wij resulteerden
jullie resulteerden
zij resulteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geresulteerd
jij had geresulteerd
hij had geresulteerd
wij hadden geresulteerd
jullie hadden geresulteerd
zij hadden geresulteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal resulteren
jij zult resulteren
hij zal resulteren
wij zullen resulteren
jullie zullen resulteren
zij zullen resulteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geresulteerd hebben
jij zult geresulteerd hebben
hij zal geresulteerd hebben
wij zullen geresulteerd hebben
jullie zullen geresulteerd hebben
zij zullen geresulteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou resulteren
jij zou resulteren
hij zou resulteren
wij zouden resulteren
jullie zouden resulteren
zij zouden resulteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geresulteerd hebben
jij zou geresulteerd hebben
hij zou geresulteerd hebben
wij zouden geresulteerd hebben
jullie zouden geresulteerd hebben
zij zouden geresulteerd hebben

Gebiedende wijs
resulteer

Aanvoegende wijs
resultere

Voorbeelden

  1. Je weet waar dit in kan resulteren.
    You know what these proceedings could result in.
  2. En elke uitglijder kan resulteren in catastrofaal bloedverlies.
    And any slip I might make could result in catastrophic blood loss.
  3. Wat kan resulteren in bijwerkingen, zoals de dood.
    Which can result in side effects, like death.
  4. Ik laat politieke correctheid niet resulteren in twee doden.
    I won 't let you handle this the right way and end up with dead kids.
  5. Edelachtbare, vervanging van verdediging kan resulteren in een veroordeling.
    Your Honor, any change to counsel this late could result in a mistrial.
  6. Het zou alleen maar in meer echtelijke aanzoeken resulteren.
    It would only result in more conjugal offers.
  7. De methode zou onmiddellijk resulteren in het Genesis-effect.
    The device would instantaneously cause the Genesis efect.
  8. U zelf verdrinken zal vast mislukken en gewoon resulteren in een vreselijke verkoudheid.
    You 'll probably fail to drown yourself and just end up with a dreadful cold.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden