NL: resizen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geresized
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik resize jij resizet hij resizet wij resizen jullie resizen zij resizen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geresized jij hebt geresized hij heeft geresized wij hebben geresized jullie hebben geresized zij hebben geresized
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik resizede jij resizede hij resizede wij resizeden jullie resizeden zij resizeden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geresized jij had geresized hij had geresized wij hadden geresized jullie hadden geresized zij hadden geresized
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal resizen jij zult resizen hij zal resizen wij zullen resizen jullie zullen resizen zij zullen resizen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geresized hebben jij zult geresized hebben hij zal geresized hebben wij zullen geresized hebben jullie zullen geresized hebben zij zullen geresized hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou resizen jij zou resizen hij zou resizen wij zouden resizen jullie zouden resizen zij zouden resizen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geresized hebben jij zou geresized hebben hij zou geresized hebben wij zouden geresized hebben jullie zouden geresized hebben zij zouden geresized hebben
|
Gebiedende wijs |
resize
|
Aanvoegende wijs |
resize |