NL: reserveren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gereserveerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik reserveer jij reserveert hij reserveert wij reserveren jullie reserveren zij reserveren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gereserveerd jij hebt gereserveerd hij heeft gereserveerd wij hebben gereserveerd jullie hebben gereserveerd zij hebben gereserveerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik reserveerde jij reserveerde hij reserveerde wij reserveerden jullie reserveerden zij reserveerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gereserveerd jij had gereserveerd hij had gereserveerd wij hadden gereserveerd jullie hadden gereserveerd zij hadden gereserveerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal reserveren jij zult reserveren hij zal reserveren wij zullen reserveren jullie zullen reserveren zij zullen reserveren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gereserveerd hebben jij zult gereserveerd hebben hij zal gereserveerd hebben wij zullen gereserveerd hebben jullie zullen gereserveerd hebben zij zullen gereserveerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou reserveren jij zou reserveren hij zou reserveren wij zouden reserveren jullie zouden reserveren zij zouden reserveren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gereserveerd hebben jij zou gereserveerd hebben hij zou gereserveerd hebben wij zouden gereserveerd hebben jullie zouden gereserveerd hebben zij zouden gereserveerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
reserveer
|
| Aanvoegende wijs |
| reservere |