Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: repliceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerepliceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik repliceer
jij repliceert
hij repliceert
wij repliceren
jullie repliceren
zij repliceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerepliceerd
jij hebt gerepliceerd
hij heeft gerepliceerd
wij hebben gerepliceerd
jullie hebben gerepliceerd
zij hebben gerepliceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik repliceerde
jij repliceerde
hij repliceerde
wij repliceerden
jullie repliceerden
zij repliceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerepliceerd
jij had gerepliceerd
hij had gerepliceerd
wij hadden gerepliceerd
jullie hadden gerepliceerd
zij hadden gerepliceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal repliceren
jij zult repliceren
hij zal repliceren
wij zullen repliceren
jullie zullen repliceren
zij zullen repliceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerepliceerd hebben
jij zult gerepliceerd hebben
hij zal gerepliceerd hebben
wij zullen gerepliceerd hebben
jullie zullen gerepliceerd hebben
zij zullen gerepliceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou repliceren
jij zou repliceren
hij zou repliceren
wij zouden repliceren
jullie zouden repliceren
zij zouden repliceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerepliceerd hebben
jij zou gerepliceerd hebben
hij zou gerepliceerd hebben
wij zouden gerepliceerd hebben
jullie zouden gerepliceerd hebben
zij zouden gerepliceerd hebben

Gebiedende wijs
repliceer

Aanvoegende wijs
replicere

Voorbeelden

  1. Computer, repliceer een altviool.
    Computer, please replicate one viola.
  2. Juist, repareer en repliceer.
    Right. Repair and replicate.
  3. Ik wil dat repliceren.
    I want to replicate that.
  4. Repliceren kost veel energie.
    It takes a lot of power to replicate.
  5. Geen problemen tijdens het repliceren.
    No anomalies during replication.
  6. Kunt u het plaag-virus repliceren?
    Can the Quickening virus be replicated?
  7. Waarom wilde hij de Silencer zaak repliceren?
    Why did he choose to replicate the Silencer case?
  8. Dit ding kan iets organisch repliceren, juist?
    This thing could replicate anything organic, right?
  9. Computer, is het dwarsprofiel op het holodek te repliceren?
    Computer, is there a cross-section we can replicate on the holodeck?
  10. Ik heb 15 jaar geprobeerd de resultaten te repliceren.
    I 've spent the last 15 years trying to replicate the results.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden