1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. replant

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to replant    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
replanting

Present simple (ott)
I replant
you replant
he replants
we replant
you replant
they replant

Present perfect (vtt)
I have replanted
you have replanted
he has replanted
we have replanted
you have replanted
they have replanted

Past Simple (ovt)
I replanted
you replanted
he replanted
we replanted
you replanted
they replanted

Past perfect (vvt)
I had replanted
you had replanted
he had replanted
we had replanted
you had replanted
they had replanted

Present future (ottt)
I will replant
you will replant
he will replant
we will replant
you will replant
they will replant

Present future perfect (vttt)
I will have replanted
you will have replanted
he will have replanted
we will have replanted
you will have replanted
they will have replanted

Past future (ovtt)
I would replant
you would replant
he would replant
we would replant
you would replant
they would replant

Past future perfect (vvtt)
I would have replanted
you would have replanted
he would have replanted
we would have replanted
you would have replanted
they would have replanted


Voorbeelden

  1. After you help me replant my garden.
    Nadat je me met mijn tuin geholpen hebt.
  2. And replant the lemon tree that keeps dying.
    En de appelboom opnieuw planten als die dood gaat.
  3. So I will be doing your finger replant, Seth.
    Ik zal dus je vinger-hersteloperatie doen, Seth.
  4. Why we not replant the forest that was here before?
    Waarom herplanten we het bos niet dat hier ooit was?
  5. Ehren, remember how I said I could replant the tooth?
    Ehren, herinner je je dat ik zei dat ik de tand kon herplanten?
  6. Run another set of blood work and prep him for the foot replant.
    Neem nog wat bloed af en maak hem klaar om zijn voet terug te zetten.
  7. If it 's young enough, I 'm gonna pull it up and replant it here.
    Als het jong genoeg is, dan kan ik het hier herplanten.
  8. I 'll give you 500 for the tires and for the trouble of having to replant.
    Ik geef je 500 voor die banden en voor alle andere problemen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try