Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: repeteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerepeteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik repeteer
jij repeteert
hij repeteert
wij repeteren
jullie repeteren
zij repeteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerepeteerd
jij hebt gerepeteerd
hij heeft gerepeteerd
wij hebben gerepeteerd
jullie hebben gerepeteerd
zij hebben gerepeteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik repeteerde
jij repeteerde
hij repeteerde
wij repeteerden
jullie repeteerden
zij repeteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerepeteerd
jij had gerepeteerd
hij had gerepeteerd
wij hadden gerepeteerd
jullie hadden gerepeteerd
zij hadden gerepeteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal repeteren
jij zult repeteren
hij zal repeteren
wij zullen repeteren
jullie zullen repeteren
zij zullen repeteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerepeteerd hebben
jij zult gerepeteerd hebben
hij zal gerepeteerd hebben
wij zullen gerepeteerd hebben
jullie zullen gerepeteerd hebben
zij zullen gerepeteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou repeteren
jij zou repeteren
hij zou repeteren
wij zouden repeteren
jullie zouden repeteren
zij zouden repeteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerepeteerd hebben
jij zou gerepeteerd hebben
hij zou gerepeteerd hebben
wij zouden gerepeteerd hebben
jullie zouden gerepeteerd hebben
zij zouden gerepeteerd hebben

Gebiedende wijs
repeteer

Aanvoegende wijs
repetere

Voorbeelden

  1. Ik repeteer maar.
    I 'm just rehearsing.
  2. Ik repeteer op dinsdagavond.
    You know I have rehearsal every Tuesday.
  3. Ga dan en repeteer.
    Then go and rehearse.
  4. Ik moet wel, ik repeteer.
    I have to, I 'm rehearsing.
  5. Veiligheid, enkel schot en repeteer.
    Secure, single and family.
  6. Ik repeteer liever ergens anders.
    I 'd rather just rehearse somewhere else.
  7. Drink je whisky op, repeteer...
    Finish your whiskey, rehearse...
  8. Repeteer je soms voor een slechte maffiafilm?
    Are you rehearsing for some really bad Mafia movie?
  9. Repeteer en kom naar huis om te eten.
    Rehearse and be home for dinner.
  10. Onze repeteer ruimte... twee ballerina' s verzwikten hun enkels.
    Our rehearsal space... two ballerinas sprained their ankles.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden