Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: renonceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerenonceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik renonceer
jij renonceert
hij renonceert
wij renonceren
jullie renonceren
zij renonceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerenonceerd
jij hebt gerenonceerd
hij heeft gerenonceerd
wij hebben gerenonceerd
jullie hebben gerenonceerd
zij hebben gerenonceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik renonceerde
jij renonceerde
hij renonceerde
wij renonceerden
jullie renonceerden
zij renonceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerenonceerd
jij had gerenonceerd
hij had gerenonceerd
wij hadden gerenonceerd
jullie hadden gerenonceerd
zij hadden gerenonceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal renonceren
jij zult renonceren
hij zal renonceren
wij zullen renonceren
jullie zullen renonceren
zij zullen renonceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerenonceerd hebben
jij zult gerenonceerd hebben
hij zal gerenonceerd hebben
wij zullen gerenonceerd hebben
jullie zullen gerenonceerd hebben
zij zullen gerenonceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou renonceren
jij zou renonceren
hij zou renonceren
wij zouden renonceren
jullie zouden renonceren
zij zouden renonceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerenonceerd hebben
jij zou gerenonceerd hebben
hij zou gerenonceerd hebben
wij zouden gerenonceerd hebben
jullie zouden gerenonceerd hebben
zij zouden gerenonceerd hebben

Gebiedende wijs
renonceer

Aanvoegende wijs
renoncere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden