Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: relocaten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerelocatet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik relocate
jij relocatet
hij relocatet
wij relocaten
jullie relocaten
zij relocaten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerelocatet
jij hebt gerelocatet
hij heeft gerelocatet
wij hebben gerelocatet
jullie hebben gerelocatet
zij hebben gerelocatet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik relocatete
jij relocatete
hij relocatete
wij relocateten
jullie relocateten
zij relocateten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerelocatet
jij had gerelocatet
hij had gerelocatet
wij hadden gerelocatet
jullie hadden gerelocatet
zij hadden gerelocatet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal relocaten
jij zult relocaten
hij zal relocaten
wij zullen relocaten
jullie zullen relocaten
zij zullen relocaten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerelocatet hebben
jij zult gerelocatet hebben
hij zal gerelocatet hebben
wij zullen gerelocatet hebben
jullie zullen gerelocatet hebben
zij zullen gerelocatet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou relocaten
jij zou relocaten
hij zou relocaten
wij zouden relocaten
jullie zouden relocaten
zij zouden relocaten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerelocatet hebben
jij zou gerelocatet hebben
hij zou gerelocatet hebben
wij zouden gerelocatet hebben
jullie zouden gerelocatet hebben
zij zouden gerelocatet hebben

Gebiedende wijs
relocate

Aanvoegende wijs
relocate

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden