Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: relateren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerelateerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik relateer
jij relateert
hij relateert
wij relateren
jullie relateren
zij relateren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerelateerd
jij hebt gerelateerd
hij heeft gerelateerd
wij hebben gerelateerd
jullie hebben gerelateerd
zij hebben gerelateerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik relateerde
jij relateerde
hij relateerde
wij relateerden
jullie relateerden
zij relateerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerelateerd
jij had gerelateerd
hij had gerelateerd
wij hadden gerelateerd
jullie hadden gerelateerd
zij hadden gerelateerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal relateren
jij zult relateren
hij zal relateren
wij zullen relateren
jullie zullen relateren
zij zullen relateren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerelateerd hebben
jij zult gerelateerd hebben
hij zal gerelateerd hebben
wij zullen gerelateerd hebben
jullie zullen gerelateerd hebben
zij zullen gerelateerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou relateren
jij zou relateren
hij zou relateren
wij zouden relateren
jullie zouden relateren
zij zouden relateren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerelateerd hebben
jij zou gerelateerd hebben
hij zou gerelateerd hebben
wij zouden gerelateerd hebben
jullie zouden gerelateerd hebben
zij zouden gerelateerd hebben

Gebiedende wijs
relateer

Aanvoegende wijs
relatere

Voorbeelden

  1. Ik relateer altijd dingen aan stomme legendes en zo.
    I always relate things to stupid legends and stuff.
  2. Waarom zoek je niet iemand die minder vreselijk is om aan te relateren?
    Why don 't you find someone less terrible you can relate to?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden