NL: rekwestreren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gerekwestreerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik rekwestreer jij rekwestreert hij rekwestreert wij rekwestreren jullie rekwestreren zij rekwestreren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gerekwestreerd jij hebt gerekwestreerd hij heeft gerekwestreerd wij hebben gerekwestreerd jullie hebben gerekwestreerd zij hebben gerekwestreerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik rekwestreerde jij rekwestreerde hij rekwestreerde wij rekwestreerden jullie rekwestreerden zij rekwestreerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gerekwestreerd jij had gerekwestreerd hij had gerekwestreerd wij hadden gerekwestreerd jullie hadden gerekwestreerd zij hadden gerekwestreerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal rekwestreren jij zult rekwestreren hij zal rekwestreren wij zullen rekwestreren jullie zullen rekwestreren zij zullen rekwestreren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gerekwestreerd hebben jij zult gerekwestreerd hebben hij zal gerekwestreerd hebben wij zullen gerekwestreerd hebben jullie zullen gerekwestreerd hebben zij zullen gerekwestreerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou rekwestreren jij zou rekwestreren hij zou rekwestreren wij zouden rekwestreren jullie zouden rekwestreren zij zouden rekwestreren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gerekwestreerd hebben jij zou gerekwestreerd hebben hij zou gerekwestreerd hebben wij zouden gerekwestreerd hebben jullie zouden gerekwestreerd hebben zij zouden gerekwestreerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
rekwestreer
|
| Aanvoegende wijs |
| rekwestrere |