1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. reimburse

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to reimburse    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
reimbursing

Present simple (ott)
I reimburse
you reimburse
he reimburses
we reimburse
you reimburse
they reimburse

Present perfect (vtt)
I have reimbursed
you have reimbursed
he has reimbursed
we have reimbursed
you have reimbursed
they have reimbursed

Past Simple (ovt)
I reimbursed
you reimbursed
he reimbursed
we reimbursed
you reimbursed
they reimbursed

Past perfect (vvt)
I had reimbursed
you had reimbursed
he had reimbursed
we had reimbursed
you had reimbursed
they had reimbursed

Present future (ottt)
I will reimburse
you will reimburse
he will reimburse
we will reimburse
you will reimburse
they will reimburse

Present future perfect (vttt)
I will have reimbursed
you will have reimbursed
he will have reimbursed
we will have reimbursed
you will have reimbursed
they will have reimbursed

Past future (ovtt)
I would reimburse
you would reimburse
he would reimburse
we would reimburse
you would reimburse
they would reimburse

Past future perfect (vvtt)
I would have reimbursed
you would have reimbursed
he would have reimbursed
we would have reimbursed
you would have reimbursed
they would have reimbursed


Voorbeelden

  1. I will reimburse.
    Ik zal vergoeden.
  2. Reimburse me later.
    Betaal later maar terug.
  3. I 'll reimburse you.
    Ik betaal u terug.
  4. You reimburse yourself a thousand?
    Heb je die duizend van jezelf genomen?
  5. Then they 'll reimburse you.
    Dan betalen ze je terug.
  6. You don 't need to reimburse anything.
    Je hoeft niets terug te geven.
  7. They don 't reimburse me for that.
    Dat vergoeden ze niet.
  8. He 'll deliberately reimburse me, believe me!
    Hij zal me opzettelijk terug betalen, geloof me maar!
  9. And is Tony Z going to reimburse me?
    En gaat Tony Z me terugbetalen?
  10. Can you just - - let me reimburse you for it.
    laat me u hiervoor vergoeden.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try