Voorbeelden

1. Wir können nichts regulieren...
   We kunnen niet reguleren...
2. Wir müssen noch den Vektorprozessor regulieren.
   Je zou de vectorprocessor moeten bijstellen.
3. Wir können sogar ihre Körpertemperatur regulieren.
   We kunnen zelfs hun temperatuur regelen.
4. Hiermit regulieren Sie die Lautstärke der Übertragung.
   Hiermee kun je het volume van de uitzending regelen.
5. Wir können ihre Temperatur ohne Inkubator nicht regulieren.
   We kunnen haar temperatuur niet reguleren zonder de couveuse.
6. Der rote Kristall scheint den Timer zu regulieren.
   Die rode kristal bestuurt de timer.
7. Regulieren die Temperatur von Öfen, Grills, Röstern und anderen Kochgeräten.
   Reguleert de temparatuur van ovens, grills, roosters en andere keukenapparatuur.
8. Diese Basen-Paar-Sequenzen regulieren die Neurotransmitter in ihren Gehirnen.
   Deze basis-paar reeksen... regelen de neurotransmitterniveaus in hun hersenen.
9. Wir ließen ihre Hormone regulieren... und im Nu war sie wieder glücklich.
   Met de juiste hormonen kregen we haar zo weer op het blije spoor.
10. Bedienen Maschinen, z. B. stellen Bedienungselement ein, um das Vakuum, den Luftdruck, Kalibrierung zu regulieren.
    Bedient machines, door bijvoorbeeld het vacuüm te regelen, de druk af te stellen, of de temperatuur te regelen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden