NL: reguleren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gereguleerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik reguleer jij reguleert hij reguleert wij reguleren jullie reguleren zij reguleren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gereguleerd jij hebt gereguleerd hij heeft gereguleerd wij hebben gereguleerd jullie hebben gereguleerd zij hebben gereguleerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik reguleerde jij reguleerde hij reguleerde wij reguleerden jullie reguleerden zij reguleerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gereguleerd jij had gereguleerd hij had gereguleerd wij hadden gereguleerd jullie hadden gereguleerd zij hadden gereguleerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal reguleren jij zult reguleren hij zal reguleren wij zullen reguleren jullie zullen reguleren zij zullen reguleren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gereguleerd hebben jij zult gereguleerd hebben hij zal gereguleerd hebben wij zullen gereguleerd hebben jullie zullen gereguleerd hebben zij zullen gereguleerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou reguleren jij zou reguleren hij zou reguleren wij zouden reguleren jullie zouden reguleren zij zouden reguleren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gereguleerd hebben jij zou gereguleerd hebben hij zou gereguleerd hebben wij zouden gereguleerd hebben jullie zouden gereguleerd hebben zij zouden gereguleerd hebben
|
Gebiedende wijs |
reguleer
|
Aanvoegende wijs |
regulere |