Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: regelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geregeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik regel
jij regelt
hij regelt
wij regelen
jullie regelen
zij regelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geregeld
jij hebt geregeld
hij heeft geregeld
wij hebben geregeld
jullie hebben geregeld
zij hebben geregeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik regelde
jij regelde
hij regelde
wij regelden
jullie regelden
zij regelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geregeld
jij had geregeld
hij had geregeld
wij hadden geregeld
jullie hadden geregeld
zij hadden geregeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal regelen
jij zult regelen
hij zal regelen
wij zullen regelen
jullie zullen regelen
zij zullen regelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geregeld hebben
jij zult geregeld hebben
hij zal geregeld hebben
wij zullen geregeld hebben
jullie zullen geregeld hebben
zij zullen geregeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou regelen
jij zou regelen
hij zou regelen
wij zouden regelen
jullie zouden regelen
zij zouden regelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geregeld hebben
jij zou geregeld hebben
hij zou geregeld hebben
wij zouden geregeld hebben
jullie zouden geregeld hebben
zij zouden geregeld hebben

Gebiedende wijs
regel

Aanvoegende wijs
regele

Voorbeelden

  1. Vertaal ondertussen, regel voor regel.
    Translate as you go, line by line.
  2. Regel daar alles wat je moet regelen.
    Take care of everything you have to take care of down there.
  3. Binnenhoog regel?
    Infield fly rule?
  4. Regel het buurthuis, maar je kunt niet alles regelen.
    Direct the center. You can 't direct every damn thing.
  5. Een belangrijke regel.
    That 's a super big rule!
  6. Vijf-seconden-regel.
    Five-second rule.
  7. Regel een ticket.
    Book me a ticket.
  8. Regel een persconferentie.
    The public has a right to be told.
  9. Regel een meeting.
    Set up a meeting.
  10. Eerste volle regel...
    First full line...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden