1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. refuel

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to refuel    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
refueling; refuelling

Present simple (ott)
I refuel
you refuel
he refuels
we refuel
you refuel
they refuel

Present perfect (vtt)
I have refueled; refuelled
you have refueled; refuelled
he has refueled; refuelled
we have refueled; refuelled
you have refueled; refuelled
they have refueled; refuelled

Past Simple (ovt)
I refueled; refuelled
you refueled; refuelled
he refueled; refuelled
we refueled; refuelled
you refueled; refuelled
they refueled; refuelled

Past perfect (vvt)
I had refueled; refuelled
you had refueled; refuelled
he had refueled; refuelled
we had refueled; refuelled
you had refueled; refuelled
they had refueled; refuelled

Present future (ottt)
I will refuel
you will refuel
he will refuel
we will refuel
you will refuel
they will refuel

Present future perfect (vttt)
I will have refueled; refuelled
you will have refueled; refuelled
he will have refueled; refuelled
we will have refueled; refuelled
you will have refueled; refuelled
they will have refueled; refuelled

Past future (ovtt)
I would refuel
you would refuel
he would refuel
we would refuel
you would refuel
they would refuel

Past future perfect (vvtt)
I would have refueled; refuelled
you would have refueled; refuelled
he would have refueled; refuelled
we would have refueled; refuelled
you would have refueled; refuelled
they would have refueled; refuelled


Voorbeelden

  1. refuel
    (bij)tanken
  2. Refuel at heading 0.02.
    Nu bijtanken 0.02.
  3. Tell me you can refuel.
    Zeg me dat je kunt tanken.
  4. We also do in-flight refuel.
    En we tanken in de lucht.
  5. Our scout planes couldn 't refuel.
    Onze vliegtuigen konden niet tanken.
  6. Can I refuel at your place?
    Kan ik bij jou opladen?
  7. Do we have to refuel now?
    Moeten we nu tanken?
  8. You know what, i have to refuel.
    Weet je wat, ik moet bijtanken.
  9. Some guys directed us in to refuel.
    Een paar kerels haalden ons binnen om te tanken.
  10. I thought you might want to refuel.
    Ik dacht dat je wel even wilde bijtanken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try