Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: reformeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gereformeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik reformeer
jij reformeert
hij reformeert
wij reformeren
jullie reformeren
zij reformeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gereformeerd
jij hebt gereformeerd
hij heeft gereformeerd
wij hebben gereformeerd
jullie hebben gereformeerd
zij hebben gereformeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik reformeerde
jij reformeerde
hij reformeerde
wij reformeerden
jullie reformeerden
zij reformeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gereformeerd
jij had gereformeerd
hij had gereformeerd
wij hadden gereformeerd
jullie hadden gereformeerd
zij hadden gereformeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal reformeren
jij zult reformeren
hij zal reformeren
wij zullen reformeren
jullie zullen reformeren
zij zullen reformeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gereformeerd hebben
jij zult gereformeerd hebben
hij zal gereformeerd hebben
wij zullen gereformeerd hebben
jullie zullen gereformeerd hebben
zij zullen gereformeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou reformeren
jij zou reformeren
hij zou reformeren
wij zouden reformeren
jullie zouden reformeren
zij zouden reformeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gereformeerd hebben
jij zou gereformeerd hebben
hij zou gereformeerd hebben
wij zouden gereformeerd hebben
jullie zouden gereformeerd hebben
zij zouden gereformeerd hebben

Gebiedende wijs
reformeer

Aanvoegende wijs
reformere

Voorbeelden

  1. We begrepen dat hij over reformeren sprak.
    We understood that he was speaking about reform.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden