1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. refer

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to refer    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
referring

Present simple (ott)
I refer
you refer
he refers
we refer
you refer
they refer

Present perfect (vtt)
I have referred
you have referred
he has referred
we have referred
you have referred
they have referred

Past Simple (ovt)
I referred
you referred
he referred
we referred
you referred
they referred

Past perfect (vvt)
I had referred
you had referred
he had referred
we had referred
you had referred
they had referred

Present future (ottt)
I will refer
you will refer
he will refer
we will refer
you will refer
they will refer

Present future perfect (vttt)
I will have referred
you will have referred
he will have referred
we will have referred
you will have referred
they will have referred

Past future (ovtt)
I would refer
you would refer
he would refer
we would refer
you would refer
they would refer

Past future perfect (vvtt)
I would have referred
you would have referred
he would have referred
we would have referred
you would have referred
they would have referred


Voorbeelden

  1. refer to
    verwijzen naar
  2. Refer to
    verwijzen naar
  3. Refer to page four.
    Kijk op pagina vier.
  4. Refer him to another therapist.
    Verwijs hem door naar een andere therapeut.
  5. refer to claim validation proceedings
    naar renvooi verwijzen
  6. You refer to Mrs Clay?
    U hebt het over Mrs Clay?
  7. Or refer them to me.
    Of verwijs ze naar mij.
  8. To whom do you refer?
    Noem eens iemand.
  9. Please refer to Superintendent McBryde.
    Wend u tot hoofdinspecteur McBryde.
  10. Refer to me as Milady, Mapes.
    Noem me maar mevrouw, Mapes.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try