1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. reek

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to reek    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
reeking

Present simple (ott)
I reek
you reek
he reeks
we reek
you reek
they reek

Present perfect (vtt)
I have reeked
you have reeked
he has reeked
we have reeked
you have reeked
they have reeked

Past Simple (ovt)
I reeked
you reeked
he reeked
we reeked
you reeked
they reeked

Past perfect (vvt)
I had reeked
you had reeked
he had reeked
we had reeked
you had reeked
they had reeked

Present future (ottt)
I will reek
you will reek
he will reek
we will reek
you will reek
they will reek

Present future perfect (vttt)
I will have reeked
you will have reeked
he will have reeked
we will have reeked
you will have reeked
they will have reeked

Past future (ovtt)
I would reek
you would reek
he would reek
we would reek
you would reek
they would reek

Past future perfect (vvtt)
I would have reeked
you would have reeked
he would have reeked
we would have reeked
you would have reeked
they would have reeked


Voorbeelden

  1. You reek of alcohol!
    Je stinkt naar alcohol!
  2. You reek of something.
    Jij ruikt naar iets anders.
  3. And they also reek.
    En ze stinken ook.
  4. You reek of smoke.
    Jij stinkt naar rook.
  5. You reek of avocado.
    Je ruikt naar avocado.
  6. You reek of brandy.
    Je ruikt naar cognac.
  7. And lady, you reek.
    en dame, jij stinkt.
  8. You reek of booze.
    Je ruikt naar drank.
  9. You reek of fear.
    Ik ruik je angst.
  10. You reek of desperation.
    U lijkt wanhopig.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try